Zeer klein, beker- tot schotelvormig, wit vruchtlichaam (Ø 1-2 mm), aan de binnenzijde wit tot crèmewit, aan de buitenzijde en rand bezet met witte haren.
Met steeltje aan het substraat gehecht.
Groeit op dood hout van loofbomen, vooral van eiken (kan het hele jaar door gevonden worden). Vrij algemeen.
Franjekelkjes zijn moeilijk op uiterlijke kenmerken te determineren. Om zeker te zijn is microscopisch onderzoek nodig.
Fam.: Hyaloscyphaceae.
(Foto: Ger Bogaers).