Bruinpaars tot bleekpaars, halfbolvormig tot uitgespreide, doorschijnend gestreepte hoed (Ø 25-50 mm), bij droogte bleek verkleurend (hygrofaan).
Lamellen bleeklila, vrij ver uitelkaar, met donkerpaarsbruine snede en dwarsadertjes. Sporee wit.
Steel recht, bleekpaars, met overlangs paarse vezeltjes, vaak wollig aan de basis.
Ruikt en smaakt ietwat naar radijs.
Groeit op bladerenstrooisel bij loofbomen, vaak met beuk. Vrijzeldzaam in Nederland. NRL: Kwetsbaar.
Fam.: Mycenaceae.
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 2-5 |
Hoogte (cm): 4-8 |