Console- of waaiervormige, grijs tot grijsbruin concentrisch gezoneerde hoed (5-10 cm breed) met ruig viltig oppervlak en gelobde, lichtgrijze groeirand.
Aan de onderzijde grijswit tot grijsbruin met grillige plooien.
Vlees stevig, geur onopvallend.
Groeit vaak vergroeit met andere exemplaren, in groepen op hout van loofbomen, vooral iepen en essen, op kalkhoudende bodem (kan het hele jaar door gevonden worden). Algemeen.
Fam.: Auriscalpiaceae
(Foto's: Jac Smout)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 5-10 |
Hoogte (cm): |