Okergele tot vleesbruine, vlakke tot ingedeukte, droge hoed, met viltig of fijnschubbig oppervlak.
Lamellen vrij dicht opeen, recht tot ietsje aflopend aangehecht, crèmekleurig. Melksap waterig.
Steel recht, aanvankelijk bleker dan de hoed, later donkerder.
Ruikt kruidig, naar lavas of maggi, vooral bij het te drogen leggen.
Deze soort lijkt veel op de Kaneelkleurige melkzwam. Die is echter niet viltig en ruikt niet naar lavas/maggi. De kruidige melkzwam heeft dezelfde geur, maar die is donker oranjebruin en niet viltig.
Groeit in op zandige bodem bij berk en naaldbomen (september - november). Vrij algemeen.
Fam.: Russulaceae.
Eetbaar |