Dik consolevormig of kussenvormig, crèmekleurig, later geler vruchtlichaam (5-20 cm breed), met viltig oppervlak.
Aan de onderzijde fijne ronde poriën. Sporen wit.
Vlees sponzig, sappig.
Groeit op levende, verzwakte loofbomen, vooral iepen, kastanjes en populieren (juli - september). Zeer zeldzaam. NRL: gevoelig.
Fam.: Polyporaceae
(Foto: Jac Smout).
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 5-20 |
Hoogte (cm): 2-10 |