Meerjarige, dikke consolevormige, bruine tot bijna zwarte hoed (10-50 cm breed) met knobbelig, mat oppervlak en brede, witte tot gelige, ronde groeirand.
Poriën zeer klein, bruin kleurend bij druk. Zonder grenslagen tussen de buisjeslagen. Sporen roodbruin.
De poriënlaag kleurt geelgroen met KOH
Vlees roestbruin, zonder witte vlekjes, niet geaderd.
Groeit op stammen van loofbomen, vooral in parken en langs lanen. Kan het hele jaar door gevonden worden. Algemeen.
In tegenstelling tot de Platte tonderzwam heeft deze soort nauwelijks of nooit tepelgallen op poriënlaag.
Fam.: Ganodermataceae
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 10-50 |
Hoogte (cm): 4-10 |