hoed eerst eivormig, daarna kegelvormig tot uitgespreid, geplooid, met wit korrelig velum op het oppervlak.Ø 7-13 mm.
Lamellen eerst wit later zwartwordend, vrij ver uiteen, smal aangehecht tot vrij. Sporen zwart.
Steel dun, zijdeachtig bepoederd,soms wollig harig aan de basis.
Groeit op mest, ook op hondenpoep (mei - november). Matig algemeen.
Fam.: Psysalacriaceae.
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 1-1,5 |
Hoogte (cm): 1-2 |