Roodpaars tot roodbruin, gelatineus, schijf- tot kussenvormig vruchtlichaam (Ø 1-5 mm), met aan de bovenzijde wat mat oppervlak.
Groeit dicht opeen, en daarmee hersenachtige kussentjes vormend, op dood hout van loofbomen. Zeer zeldzaam.
Kan alleen microscopisch met zekerheid worden gedetermineerd.
Fam.: Helotiaceae.
Niet eetbaar |
Breedte (mm): 1-5 |
Hoogte (mm): 0,5-2 |