Beigegeel tot fel geel, kom- of schotelvormig vruchtlichaam (Ø 2-4 cm), aan de binnenzijde wasachtig met plooien, aan de buitenzijde mat, enigszins korrelig.
Met een steelachtige, wortelende uitstulping aan het substraat gehecht. Sporen kleurloos.
Groeit meestal in groepjes op de bodem bij naaldbomen (september - april). Vrij zeldzaam in Nederland (NRL: bedreigd).
Fam.: Pyronemataceae
(Foto: Ger Bogaers)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 2-4 |
Hoogte (cm): 1-3 |