Korstvormig, wittig tot bleekgeel vruchtlichaam, bezet met stompe, aan de top fijn gefranjerde stekels (1-5 mm lang) en met duidelijke, uitlopend, wat blekere rand.
Onopvallende geur. Voelt zacht aan.
Groeit op dood, op de grond liggend hout van loof bomen, soms van naaldbomen (maart - november). Vrij algemeen.
Fam.: Schizoporaceae.
(Foto: Jacques Smout)