Beker- tot komvormig vruchtlichaam (Ø 2-7 cm), wittig, kaal en glad van binnen en donkerbruin, viltig aan de buitenzijde, bij rijpheid met opengespleten rand.
Zonder noemenswaardige geur.
Groeit op kalkhoudende bodem op strooisel bij ceders. Vrij algemeen. Voorjaar.
Fam.: Pyronematacea
(Foto: © Marij)