PDFPrintE-mailadres
 

Wintermycena

Mycena tintinnabulum
 
 
 
 

Klein klokvormig tot gebold hoedje (Ø 5-25 mm), grijsbruin tot kastanjebruin, doorschijnend gestreept, lichter aan de rand.
Lamellen wittig tot lichtgrijs, smal aangehecht. Sporen wit.
Steel bovenaan wittig, onder donkerder, met pluizige myceliumdraadjes aan de voet die gelig kleuren aan de lucht.
Groeit op levende en dode stronken van loofhout, vooral beuken (oktober - april). Zeldzaam. NRL: Bedreigd.
Fam. Mycenaceae.

eetbaarNiet eetbaar 
Breedte (cm): 1-3
Hoogte (cm): 2-10