Licht- tot donkergrijsbruine, platte of ingedeukte hoed (Ø 2-8 cm), soms met brede punt (umbo), met glad tot fluwelig oppervlak en gewimperde rand.
Poriën rond, zeer klein, witachtig tot crèmekleurig. Sporen wit.
Steel smal, gekleurd als de hoed, viltachtig.
Vlees taai. Ruikt kruidig.
Groeit op rottend hout van loofbomen, zelden op dat van naaldbomen (maart - juli). Algemeen.
Fam.: Polyporaceae.
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 2-8 |
Hoogte (cm): 2-6 |