Oranje tot roodbruin, eerst klokvormig, later uitgespreid tot ingedeukt hoedje (Ø 1-4 cm), met fijne, donkerpuntige schubjes in het centrum en vaak wat golvende rand.
Lamellen vrij ver uiteen, ietsje langs de steel aflopend, wittig tot crèmegelig. Sporen wit.
Steel recht, gekleurd als de hoed, wat bleker aan de basis.
Vlees bleekgelig. Geur onopvallend.
Groeit op vochtige, moerassige bodem, bijna altijd bij veenmos. Matig algemeen (NRL: kwetsbaar)
Fam.: Hygrophoraceae.
(Foto: Ger Bogaers)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 1-4 |
Hoogte (cm): 5-6 |