Donkerbruine tot zwartbruine, fluwelige, gewelfde tot ingedeukte hoed (Ø 2-6 cm), vaak met kleine umbo, enigszins rimpelig.
Lamellen crèmekleurig, bruingekleurd bij de aanhechting aan de steel. Melksap wit, kleurt langzaam rozig. Sporen
Steel gekleurd en fluwelig als de hoed, bovenaan rimpelig.
Groeit op zure bodem bij sparren (augustus - oktober). Niet in Nederland, zeldzaam in België.
Eetbaar en smakelijk.
Vergelijk: Sparrenfluweelmelkzwam (L. picinus).
Fam.: Russulaceae
(Foto's: Jac Smout)
Eetbaar |
Breedte (cm): 2-6 |
Hoogte (cm): 3-8 |