Oker- tot oranjegele koraalvormige zwammetje met dunne, omhooggerichte, rechte, buigzame takken die eindigen in 2 of meer punten.
Aan de basis steelachtig, met witte zwamvlokstrengen.
Vlees witachtig, smaak enigszins bitter.
Groeit meestal in rijen of heksenkringen, in de strooisellaag van naald- en loofbossen, vooral in bergachtig gebied (juli - oktober). Niet in Nederland.
Niet eetbaar | |
Breedte (cm): 3-15 | |
Hoogte (cm): 3-71 |