Bleekbruine tot bruine, gebolde hoed (Ø 2-5 cm) met enigzins vlokkig oppervlak en lang naar beneden gekrulde rand.
Lamellen bruinig, wat aflopend.
Steel meestal centraal geplaats maar soms ook wat assymetrisch, gekleurd als de hoed, met hooggeplaatste vezelige ring.
Groeit op stronken van loofbomen zoals eik, beuk, kastanje en okkernoot. Oorsrponkelijk uit China en Japan. Tegenwoordig vaak gekweekt. Zeer zeldzaam in het wild.
Fam.: Marasmiaceae.
(Foto's: Jac Smout, Ger Bogaers).
Eetbaar |
Breedte (cm): 3-5 |
Hoogte (cm): 2-6 |