Korstvormig, viltig vezelig, Okergeel tot roestbruin, later grijsbruin vruchtlichaam.
Sporen bruin.
Geur onopvallend.
Groeit op vermomd loofhout (augustus - december). Zeer zeldzaam.
Rouwkorstjes kunnen alleen met microscopisch onderzoek met zekerheid op naam gebracht worden.
Eetbaarheid: n.v.t..