Steenrode tot donkerrode, bolle tot uitgespreide, gladde hoed (Ø 3-8 cm), later gelig verkleurend.
Lamellen okergeel, recht aangehecht. Sporen wit.
Steel recht of dikker aan de basis, wit, soms onderaan wat rozerood.
Blees wit, ruikt enigszins naar haring.
Groeit op vochtige, humusrijke bodem bij wilgen (juli - november). Vrij algemeen.
Fam.: Russulaceae.
(Foto's: @Marij)
Eetbaar |
Breedte (cm): 3-8 |
Hoogte (cm): 2-6 |