Ivoorwitte tot zeemkleurige, gebolde tot platte hoed (Ø3-12 cm), vaak met wat gekartelde rand.
Plaatjes wit, vrij dik, aangehecht. Sporen wit.
Steel crèmewit met zeekkleurige vlekken.
Ruikt onaangenaam zoetig. Bitter van smaak.
Groeit in loofbossen, vooral bij eiken (september-oktober). Matig algemeen. Rode lijst: kwetsbaar
Fam.: Tricholomataceae.
(Foto: Ger Bogaers)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 3-12 |
Hoogte (cm): 4-15 |