Korstvormig oranjegeel tot oranjeroze vruchtlichaam, wasachtig, bij droogte hoornachtig, met onregelmatig bobbelig oppervlak en witte randen.
Groeit op hout van voornamelijk loofbomen, maar soms ook van naalbomen.
Deze soort is zonder mircroscopisch onderzoek niet met zekerheid te determineren.
Eetbaarheid: n.v.t.
Fam.: Meruliaceae
(Foto: Ger Bogaers)