Schelp- tot waaiervormige, donkerroodbruine, viltige hoed (1-3 cm breed), met lichtere groeirand.
Aan de onderzijde een grove, bleek okerbruine plaatjesachtige structuur, met lichtere snede. Sporen wit.
Groeit op stammen en constructiehout van sparren (kan het hele jaar door gevonden worden). Matig algemeen (NRL: kwetsbaar)
Fam.: Gloeophyllaceae
(Foto: Jac Smout)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 1-3 |
Hoogte (cm): 0,5-1 |