Bleek vleeskleurig, gelatineachtig, aanvankelijk bolvormig, later beker- tot schijfvormig vruchtlichaam (Ø 1-3 cm).
Binnenzijde glad en kaal, buitenzijde wat onregelmatig korrelig.
Groeit solitair of in groepjes, soms wat aan elkaar gegroeid, op dode takken van beuken (augustus - november). Vrij algemeen.
Fam.: Helotiaceae
(Foto's: Ger Bogaers, Jac Smout)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 1-3 |
Hoogte (cm): 1-2 |