Dik, consolevormig tot hoefijzervormig vruchtlichaam (Ø 3-6 cm breed). Bovenoppervlak fijn fluwelig tot glad, geel tot roestbruin, later grijs- tot donkerbruin. Met afgeronde rand.
Poriën klein, rond, roest- tot donkerbruin. Bij doorsnijden zijn de poriënlagen (2-3 mm lang) duidelijk te onderscheiden.
Groeit op takken van uitsluitend Duindoorn. Kan het hele jaar door gevonden worden. Vrij zeldzaam.
Omdat de soort alleen op Duindoorn groeit is hij niet te verwarren met andere soorten.
Fam.: Hymenochaetaceae.
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 3-6 |
Hoogte (cm): 2-6 |