Wit tot grijswit, later onderaan paarsbruinachtig, koraalachtig vruchtichaam (2-10 cm breed) met zeer fijne, penseelachtige uiteinden.
Ongesteeld. Sporen bruin.
Groeit kalkrijke bodem bij eiken, beuken en dennen (augustus - oktober). Vrij zeldzaam.
Fam.: Thelephoraceae
(Foto's: Jac Smout, Ger Bogaers)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 2-10 |
Hoogte (cm): 2-8 |