Fluweelachtige tot gladde, gebolde hoed (Ø 5-15 cm), lichtbruin, olijfbruin of rozebruin, later enigszins bobbelig.
Poriën gelig, bij druk of beschadiging blauw kleurend. Sporen olijfbruin.
Steel recht tot buikig, gelig met grof roodachtig netwerk (zie detailfoto).
Vlees gelig, blauwkleurend bij blootstelling aan de lucht. Eetbaar,maar giftig indien rauw gegeten!
Groeit op kalkrijke bodem bij loofbomen (vooral beuk, eik en linde), langs paden (juli - oktober). Vrij algemeen. Rode lijst: kwetsbaar.
Fam.: Morchellaceae.
(Foto's: Jac Smout)
Eetbaar |
Breedte (cm): 5-25 |
Hoogte (cm): 5-15 |