Bleekokergele, gewelfde tot platte hoed (5-10 cm) met grote witte, onregelmatige resten van het velum en enigszins gegroefde rand.
Plaatjes dicht opeen, vrij, buikig, wit. Sporen wit.
Steel wit, met vliezige, vergankelijke ring en ronde knolvormige verdikking en witte beurs (volva), los van de steel, aan de basis.
Zonder opvallende geur.
Groeit op zandige bodem in loof- en naaldbossen, vooral bij dennen (mei - oktober). Vrij algemeen.
Fam.: Agaricaceae.
(Foto: Jac Smout)
Niet eetbaar/giftig! |
Breedte (cm): 5-10 |
Hoogte (cm): 5-12 |