Bolvormig vruchtlichaam (Ø 2-4 cm), aanvankelijk geheel wit en glad, later openscheurend waarbij de loodgrijze binnenwand zichtbaar wordt.
Binnenin eerst olijfgeel, bij rijping verkleurend naar een poederig-draderige bruine massa. Sporen bruin.
Ligt vaak los op de grond, zonder wortels of strengen.
Groeit op voedselarme of weinig bemeste graslanden en gazons (juni - oktober). Algemeen.
Fam.: Agaricaceae.
(Foto: Ger Bogaers).
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 1-4 |
Hoogte (cm): 1-4 |