Kleine, eerst kogelronde, later beker- tot schijfvormige vruchtlichaampjes (5-20 mm), roze tot paarsig, met glad oppervlak en vaak met wat donkerdere rand.
Vlees gelatineus.
Groeit zonder of met zeer korte steel, alleen of in dichte groepjes, op takken en stammen die op de grond liggen (september - februari). Vrij algemeen.
Fam.: Helotiaceae.
Eetbaarheid: n.v.t.