Klein, fel oranjekleurig, plat schotelvormig vruchtlichaam (Ø tot 10 mm), met golvende rand.
Onderzijde mat, viltig, bleek oranje.
Sporen doorschijnend, rond, met een of meerdere druppels, Ø 23-17 μ.
Groeit op de grond op vochtige, leemachtige bodem, bij loofbomen. Juni - oktober. Vrij zeldzaam.
Fam.: Pyronemataceae
Eetbaarheid: n.v.t.