Beige tot okerbruine, eivormige hoed (Ø 2-4 cm), met raatvormige gaten en plooien. De hoedrand is vergroeid met de steel.
Steel recht, wittig of iets gelig, met overlangse plooien en bezet met korrelige vlokjes, al gauw hol wordend.
Ruikt aangenaam. Eetbaar en smakelijk, maar kan verwisseld met giftige soorten.
Groeit op kalkhoudende, mineraalrijke bodem in loofbossen (april - mei en augustus - oktober). Vrij algemeen. NRL: kwetsbaar.
Fam.: Morchellaceae
(Foto: Ger Bogaers)
Eetbaar |
Breedte (cm): 2-4 |
Hoogte (cm): 5-14 |