Oker- tot oranje geel, sterk vertakt, koraalvormig vruchtlichaam (10-20 cm hoog).
Vertakkingen aanvankelijk bleker. Sporen bleek okergeel.
Centrale stronk vrij dik
Vlees witachtig, soms wat gemarmerd. Geur en smaak mild. Eetbaar, maar kan diarree veroorzaken.
Groeit in gebergten in loof- en naaldbossen, bij beuken, fijnsparren en dennen (augustus - oktober). Niet in Nederland. In Belgiƫ alleen in de Ardennen. Zeer algemeen in het Alpengebergte.
Fam.: Gomphaceae
(Foto: Ger Bogaers.
Eetbaar mits jong |
Breedte (cm): 10-20 |
Hoogte (cm): 10-20 |