Oranje tot baksteenrode, ietwat vezelige, kegelvormige tot gewelfde hoed (Ø 4-10 cm) met stompe umbo, vaak met wat golvende rand.
Lamellen vrij ver uiteen, baksteenrood tot roestbruin. Velum wittig tot bleekgeel. Sporen roestbruin.
Steel stevig, recht tot knotsvormig, wat bleker dan de hoed, vaak met velumresten.
Vlees gelig, meer oranje in de basis van de steel. Ruikt een beetje naar mierikswortel.
Zonder opvallende smaak, maar zeer giftig!
Groeit in vochtige naalbossen bij dennen en sparren. In Nederland matig algemeen.
Fam.: Cortinariaceae.
GIFTIG! |
Breedte (cm): 4-10 |
Hoogte (cm): 5-11 |