PDFPrintE-mailadres
 

Okergele gordijnzwam

Cortinarius delibutus
 
 
 
 

Bleek okerkleurige, kegelvormige, gebolde tot uitgespreide hoed (Ø 3-8 cm) met wat slijmig oppervlak en naar binnen gekrulde rand.
Plaatjes breed aangehecht, crèmekleurig tot bleekpaars, later oranjebruin. Sporen roestbruin.
Steel witachtig met bleek okergele velumzones, vaak ook wat slijmerig, soms met paarse tinten aan de top en onderaan vaak verdikt.
Ruikt naar radijsjes. Smaakt bitter.
Groeit op zure bodem bij loofbomen, vooral beuk, eik, ratelpopulier en berk (augustus - oktober). Algemeen.
Recentelijk meent men 2 ondersoorten te kunnen onderscheiden: de Bleekgele gordijnzwam en de Okergelegordijnzwam.
Fam.: Cortinariaceae (Gordijnzwammen).
(2e foto: Jac Smout)

eetbaarNiet eetbaar 
Breedte (cm): 3-8
Hoogte (cm): 4-12