PDFPrintE-mailadres
 

Geringde ridderzwam

Tricholoma cingulatum
 
 
 
 

Gebolde tot afgeplatte, grijswitte tot grijsbruine, later geelbruin verkleurende hoed (Ø 3-6 cm), met radiair fijnviltig oppervlak, aan de rand vaak wat lichter gekleurd met vezelige velumresten, en vaak met zwakke umbo.
Lamellen vrij dicht bijeen, wit of grijswit, uitgebocht aangehecht, bij druk gelig verkleurend. Sporen wit.
Steel recht, met wollig ring, grijswit, vaak met wollige wittige schubjes onder de ring.
Vlees wittig, bij wrijving gelig verkleurend. Ruikt enigszins melig. Eetbaar maar niet smakelijk.
Groeit op kalkrijke en lemige bodem in vochtige loofbossen loofbomen, vooral bij wilgen maar ook bij populieren en  (september - november). Vrij algemeen. NRL: kwetsbaar.
Het is de enige ridderzwam met een ring.
Fam.: Tricholomataceae.
(Foto: Jac Smout)

eetbaarEetbaar nota bene
Breedte (cm): 3-6
Hoogte (cm): 5-8
 

Niet gevonden wat u zocht?

Opnieuw determineren