Klein rond of halfrond, zwartachtig vruchtlichaam (Ø < 2 mm), met een hard glad oppervlak en bovenop een tepelvormige papil.
Groeit alleen of in groepjes, al dan niet enigszins verzonken in een bruin viltig subiculum (hyphenmat), op takken, hout of schors van vooral loofbomen (februari - juli). Algemeen.
Eetbaarheid: n.v.t.
Fam.: Xylariaceae.
(Foto: Ger Bogaers).