PDFPrintE-mailadres
 

Grijze veldridderzwam

Melanoleuca exscissa (Melanoleuca cinerascens, Melanonleuca subpulverulenta)
 
 
 
 

Grijze, platte of ingedeukte hoed (Ø 4-7 cm) met stompe bult (umbo) en scherpe, vaak wat golvende rand. Oppervlak zijdeachtig mat tot fijnviltig.
Lamellen grijswit tot crèmekleurigt, vrij dicht opeen, bochtig aangehecht met tandje, snede soms wat getand. Sporen wit.
Steel recht, bruinig met lengtevezels, bovenaan wit berijpt.
Vlees vezelig, wittig tot bruinig onder in de steel. Ruikt kruidig, smaakt mild, wat nootachtig.
Groeit langs lanen en wegen in de bossen, in parken en ruderale plaatsen (april-mei en september-november). Vrij algemeen.
Ook 'Kortstelige veldridder' genoemd.
Fam.: Tricholomataceae.

eetbaarEetbaar nota bene
Breedte (cm): 4-7
Hoogte (cm): 5-7