Donkerroze- tot helderrode inkvisachtige 4- tot 5-tallige armen met groenzwarte restanten sporenslijm (Ø 10-15 cm), groeiend uit een witbeige duivelsei.
Sterke aas- of mestgeur. Sporen
Groeit op voedselrijke bodem en (ondergrondse) houtresten in loofbossen en lanen (juli - oktober). Vrij zeldzaam.
Men vermoedt dat deze zwam uit Australië afkomstig is en in Europa geïntroduceerd in het begin van de 20e eeuw.
Fam.: Phallaceae, geslacht: Clathrus (inktviszwammen)
(Foto: © Marij)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 10-15 |
Hoogte (cm): 10-15 |