Klein, kegelvormig tot uitgespreid, honinggeel hoedje (Ø 5 - 25 mm), doorschijnend gestreept bij vochtig weer, aanvankelijk fijn vezelig en met zwakke velumresten aan de rand.
Plaatjes ver uiteen, crèmekleurig tot honingbruin. Sporen oranjebruin.
Steel dun, bleek geelbruin, vaak met fijne velumresten.
Groeit op vochtige bodems, op mos (kan het hele jaar door gevonden worden). Algemeen.
Fam.: Strophariaceae.
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 0,5-2,5 |
Hoogte (cm): 1-8 |