Korstvormig, bleekgeel tot fel geel, wasachtig vruchtlichaam, dicht bezet met korte stekeltjes (1-2 mm lang).
De stekels kleuren roodachtig met KOH.
Geur onopvallend. Sporen wit.
Groeit vooral aan de onderkant van dood hout van loofbomen, maar soms ook op dat van de zilverspar (mei - november). Algemeen.
Fam.: Meruliaceae.
Niet eetbaar.
(Detailfoto: Ger Bogaers)