Kegelvormig tot uitgespreid, grijswit hoedje (Ø 6-16 mm), radiair geplooid, bleekgeelbruin in het centrum, zonder velumresten.
Lamellen eerst grijswit, later donkerbruin. Sporen donkerbruin.
Steel slank, grijswit met een gelige tint, onderaan wit wollig.
Zonder opvallende geur of smaak.
Groeit op de bodem, vaak tussen gras (april - oktober). Matig algemeen.
Fam.: Psatyrellaceae
(Foto: Ger Bogaers)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 1-1,6 |
Hoogte (cm): 2-7 |