Glanzende, ronde of waaiervormige hoed, van crèmekleurig, oranjeroodachtig tot zwartpaars, zijdelings bevestigd aan de steel.
Poriën zeer fijn, wit, later geelachtig. Sporen bruinig.
Steel onregelmatig, roodbruin tot zwart, tot 30 cm hoog.
Groeit in loofbossen op stammen en wortels van levende bomen, ook op ondergronds hout (juli - oktober). Vrij algemeen. Rode lijst: kwetsbaar.
Het vlees is taai en niet eetbaar.
Fam.: Ganodermaceae.
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 5-15 |
Hoogte (cm): 5-20 |