Dikke consolevormig of hoefvormig vruchtlichaam, aanvankelijk roestbruin, latere donkergrijs-zwart (Ø tot 20 cm)
Poriën klein, geelbruin tot kaneelkleurig rond.
Het vlees en de buisjes kleuren zwart met KOH.
Groeit op levende en dode stammen van loofbomen, vooral wilg, populier, berk en els (kan het hele jaar door gevonden worden). Vrij algemeen, vooral langs de kust en bij de rivieren.
Ruikt enigszins zurig.
Werd vroeger gebruikt om vuur te maken, net als de tonderzwam.
Fam.: Hymenochaetaceae.
Eetbaar | |
Breedte (cm) | Hoogte (cm) |
10-30 | 10-15 |