Klein zuiver wit tot lichtgelig, schelpvormig hoedje (5-30 mm breed) met zacht viltige bovenkant, bij vochtig weer rubberachtig.
Plaatjes wit tot crèmekleurig of rozig, vrij dicht opeen, gedeeltelijk gevorkt. Sporen wittig.
Steel zijdelings aangehecht, zeer kort, opvallend buikig, vezelig.
Groeit op dode takken van naaldbomen, vooral dennen (september - december). Algemeen.
Fam.: Mycenaceae.
Niet eetbaar |
Breedte (mm): 5-30 |
Hoogte (mm): 2-10 |