Zeer klein vruchtlichaam (tot 8 mm hoog), bovenaan rondachtig, crèmekleurig tot beige, met een korrelig oppervlak op een dunner, bruinig gestreept kort steeltje.
Groeit in groepjes op de schors van afgestorven stammen van loofbomen, meestal beuk (oktober - december) Vrij zeldzaam.
Fam.: Phleogenaceae.
Eetbaarheid: n.v.t.