Zalmroze tot bruingele korst- of kussenvormig vruchtlichaam, zonder echte hoed, lange stroken vormend van buisjes, met wittige, fijnviltige rand.
Buisjes met fijne, regelmatige poriën, 2-6 cm lang, crèmekleurig tot rozeoranje. Sporen wit.
Vlees leerachtig. Ruikt enigszins zurig.
Groeit op takken van loofbomen, vooral berken en eiken, en kan het hele jaar door gevonden worden. Zeer algemeen.
Familie: Schizoporaceae, Tandzwammen)
(Detailfoto: Ger Bogaers)
Niet eetbaar |
Breedte (cm): 2-20 |
Hoogte (cm): 0,5-1 |