PDFPrintEmail
 

Getande boomkorst

Radulomyces molaris (Cerocorticium molare)
 
 
 
 

Korstvormig, beige, lichtbruin of geelachtig vruchtlichaam, dicht bezet met naar beneden hangende, stompe stekels, ongelijk van lengte, en met witte gewimperde rand.
Groeit op vaak hoge, in de wind staande, dode takken van loofbomen, meestal op zandige bodem (kan een groot deel van het jaar gevonden worden). Vrij algemeen.
Ruikt bij wrijving sterk naar lysol (ziekenhuisgeur). Voelt wasachtig aan.
Fam.: Pterulaceae.

eetbaarNiet eetbaar 
Breedte (cm): 2-20
Hoogte (cm): 2-5
 
 

Opnieuw determineren